Je ziet er altijd zo leuk uit!

Deze zin vind ik geregeld in mijn inbox op Instagram. Ik post daar vaak mijn outfits en daar krijg ik veel positieve reacties op, wat ik natuurlijk hartstikke leuk vind. Daarbij lees ik dus ook veel de zin “jij ziet er altijd zo leuk uit!”, meestal aangevuld met vragen hoe ik dat doe. Nu wil ik ten eerste zeggen dat ik er echt niet altijd leuk uitzie. Maar ik geloof wel dat je met wat kleine aanpassingen er vaak “leuk” uit kunt zien zonder al teveel moeite. Ik geef je vandaag mijn tips.

Ik werk veel vanuit huis, dus je zou kunnen zeggen dat ik dan prima in mijn pyjama kan werken. Voor mij werkt dit niet en ik voel me niet productief als ik me niet gewoon aankleed. Ik voel me fijner en blijer in een leuke outfit, ook al ben ik de hele dag thuis. Mooie kleding is echt iets dat ik belangrijk vind en waar ik enorm enthousiast van kan worden. Verder ben ik niet van het “tutten”. M’n haar draag ik los of in een knot, ik föhn of stijl het nooit en ik draag geen make-up. Je hoeft naar mijn idee dus niet veel tijd kwijt te zijn aan “er altijd leuk uitzien”. Hoe ik dan die leuke outfits style? Hier komt ie:

1. Koop alleen lekker zittende kleding

Dit is wat mij betreft de belangrijkste tip en je gaat jezelf hier zo dankbaar voor zijn op de termijn. Ik koop alleen kleding die echt lekker zit. Dus geen knellende broeken, strakke tops of jurkjes waar je alleen maar rechtop in kunt staan. Als je zorgt dat elk kledingstuk eigenlijk net zo lekker zit als je favoriete pyjama is het een heel stuk makkelijker om je altijd leuk aan te kleden. En leuke kleding kan zeker ook echt lekker zitten. Ik investeer graag in fijne broeken die niet knellen (want daar heb ik echt een hekel aan). Ik ga dan voor flared broeken (deze zijn vaak met elastiek en zijn van zachte materialen), leggings en van die wijde “flubber” broeken. Als ik jeans draag, is dit bijna altijd een soort boyfriend model in een wat grotere maat die ik dan wat af laat zakken zodat ie lekker ruim zit. Ook leggings koop ik bijvoorbeeld een maat groter, zodat de band niet knelt bij m’n buik. Ik draag eigenlijk altijd iets langs over een legging, dus dan zie je het toch niet als ie bovenin niet helemaal aansluit. Zo lang ie niet afzakt, ben ik tevreden.

Mij zul je ook niet snel in een strak topje treffen en ik draag dus graag fijne wijde blousjes, een mooie trui of een top met een lekker vest erover. Jurkjes koop ik vooral niet te kort, want dan moet ik steeds opletten hoe ik zit. Een lange “soepjurk” vind ik ideaal en ze zijn tegenwoordig nog hip ook.

2. Let op de materialen

Het materiaal van een kledingstuk bepaalt voor een belangrijk deel het draagcomfort, dus let hier ook op bij de aanschaf van iets nieuws. Natuurlijke materialen dragen verreweg het lekkerst vind ik. Zweetstofjes als polyester koop ik niet. Bij een jeans kun je letten op het percentage stretch dat erin zit, maar eigenlijk vind ik dit vooral een kwestie van goed passen en een aantal keer gaan zitten en kijken of je broek dan ook nog lekker aanvoelt. Zomerjurkjes van katoen of linnen vind ik altijd heel fijn dragen en je kunt het ook makkelijk wassen en weer aantrekken. Viscose vind ik ook een aanrader, maar dit vraagt wel enig strijkwerk (of gebruik de kledingstomer zoals ik).

3. Kijk niet naar de maat

Natuurlijk weet ik wat mijn maat is en koop ik kledingstukken ongeveer in mijn maat, maar ik heb ook voldoende items die ik in een maat groter draag. Pas kleding dus altijd goed voordat je tot aankoop overgaat en beweeg er ook even goed in. Zo kun je al heel gauw voelen of iets goed zit. Probeer gerust een maat groter als je niet overtuigd bent van het comfort en blijf niet rigide vasthouden aan een maat is mijn advies.

4. Accessoires maken de outfit

Toffe accessoires kunnen je outfit echt opleuken. Ik kies zelf met name voor haarbandjes of een mooi riempje om een outfit leuker te maken. Haarbandjes koop ik bij Atelier des Femmes, Anthropologie of ik maak ze zelf. Verder kocht ik nog niet zo lang geleden een heel mooi vintage riempje dat ik makkelijk om kan knopen. Zo kun je een outfit echt afmaken. Een gilet is natuurlijk eigenlijk een kledingstuk, maar ik gebruik het als een soort accessoire over allerlei outfits heen. Als je een ruim gilet hebt, kun je deze zelfs over een leren jasje heen dragen om die wat op te leuken. Ik ben zelf niet zo van de sieraden, maar ben je daar wel van, dan kun je daar natuurlijk helemaal los mee gaan. Wat ik nog wil aanschaffen, is een mooie hoed. Op Instagram volg ik het merk Old Habits Die Hard en zij verkopen echt prachtige hoeden. Iets prijziger, maar ik denk dat dit een mooie investering is voor jaren.

5. Investeer in goede schoenen

Kwalitatieve schoenen vind ik echt een must! Mooie schoenen kunnen je outfit echt maken, maar het is natuurlijk ook heel belangrijk dat schoenen lekker zitten. Ik koop niet heel vaak een nieuw paar, maar als ik schoenen koop, geef ik hier gerust veel geld aan uit. Zo heb ik 4 paar schoenen van Isabel Marant. Ik vind haar laarzen prachtig en ze zitten me enorm lekker. Als je ze op tijd laat verzolen, kun je met dit soort kwalitatieve laarzen ook echt lang doen merk ik. Andere laarzen die ik al jaren graag draag, zijn die van Kindred Spirits. Ze zijn opvallend en uniek, maar zitten ook nog eens heel fijn. Hier loop ik echt al jaren op en af en toe koop ik een nieuw paar.

Mijn mening is dus dat als je bij de aankoop van je kleding goed oplet op deze punten, je er ook “altijd leuk uit kunt zien”. Even tussen aanhalingstekens natuurlijk want dit is een relatief begrip. Check ook zeker even mijn artikel met tips voor het doen van vintage aankopen en misschien ben je ook wel benieuwd welke 10 items ik niet meer koop.